Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X geen winst uit onderneming geniet. De rechtbank overweegt daarbij dat het klantenbestand van X slechts bestaat uit C, Buro B, zijn familie en de familie D.

X is in voltijds dienstbetrekking werkzaam als docent. Daarnaast geeft hij ook presentaties en verricht hij administratieve werkzaamheden. Voor de jaren 2013 en 2014 beschikt hij over een VAR-WUO. In geschil is of X ROW of winst uit onderneming geniet.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X geen winst uit onderneming geniet. De rechtbank overweegt daarbij dat het klantenbestand van X slechts bestaat uit C, Buro B, zijn familie en de familie D. Daarbij wijst de rechtbank er op dat C en Buro B slechts een standaard tarief vergoeden voor het geven van de presentaties waar X geen invloed op heeft. Dit geldt ook voor de inhoud van de presentaties. Verder geldt voor de werkzaamheden voor zijn eigen familie dat X niet aannemelijk maakt dat hij een vergoeding in rekening heeft gebracht. De rechtbank is van mening dat de werkzaamheden te weinig zelfstandigheid, duurzaamheid en te weinig ondernemersrisico met zich meebrengen om te worden aangemerkt als winst uit onderneming. Voor de VAR-verklaringen geldt dat zij ertoe strekken om voorafgaand aan de werkzaamheden duidelijkheid te geven in de relatie met de opdrachtgever ten aanzien van de verplichtingen die samenhangen met het werknemerschap. Deze verklaringen strekken er niet toe vooraf vast te stellen dat ten aanzien van een bepaalde werkzaamheid sprake zal zijn van ondernemerschap voor de IB-heffing.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.91

Wet inkomstenbelasting 2001 3.5

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 6 maart

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen