X drijft in firmaverband een onderneming met zijn echtgenote. Het aandeel van X in de winst van de vof bedraagt 60%. In 2016 investeert de vof voor € 190.482 in bedrijfsmiddelen. X is van mening dat hij recht heeft op een KIA van € 9130. Hij brengt daarbij € 6557 (7,56% x € 86.734) in aftrek op het bedrag van € 15.687. De inspecteur is echter van mening dat rekening moet worden gehouden met het aandeel van X in de winst van de vof en berekent de KIA op € 4762. De rechtbank vermindert de aanslag conform het standpunt van X.
Hof Arnhem-Leeuwarden stelt vast dat in hoger beroep niet langer meer in geschil is dat de aanslagen niet te hoog zijn vastgesteld. Het hof verwijst daarbij naar de arresten van de Hoge Raad van 1 mei 2020 (o.a. nr. 19/02419). Daarbij is de wijze waarop de KIA dan precies is berekend verder niet meer van belang. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.41
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 10 november