Rechtbank Midden-Nederland verklaart het beroep niet-ontvankelijk omdat uit de stukken niet blijkt dat de erfgenaam die de machtiging heeft ondertekend enig erfgenaam is dan wel dat hij bevoegd is namens de andere erfgenamen op te treden.

Belanghebbende, X, komt in beroep tegen een WOZ-beschikking van Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap. Het beroep is namens X ingesteld door een gemachtigde.

Rechtbank Midden-Nederland verklaart het beroep niet-ontvankelijk omdat uit de stukken niet blijkt dat de erfgenaam die de machtiging heeft ondertekend enig erfgenaam is dan wel dat hij bevoegd is namens de andere erfgenamen op te treden. De rechtbank heeft het onderzoek geschorst om de gemachtigde in de gelegenheid te stellen om op straffe van niet-ontvankelijkverklaring hierover opheldering te geven, maar daarop is geen reactie gekomen. De rechtbank concludeert dat de machtiging die is overgelegd niet voldoet. Omdat er geen toereikende machtiging is overgelegd, is het beroep niet-ontvankelijk.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 2:1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Midden-Nederland

Editie: 9 maart

25

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen