Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heffing van belastingrente niet in strijd is met het zorgvuldigheidsbeginsel.

X is gedurende het gehele jaar 2014 woonachtig geweest in het Verenigd Koninkrijk en heeft daar tevens gewerkt. In zijn aangifte inkomstenbelasting voor het jaar 2014 heeft hij geen premie-inkomen aangegeven. De inspecteur heeft de aanslag conform de aangifte opgelegd. Vervolgens heeft X een nieuwe aangifte ingediend met een premie-inkomen van het maximale bedrag. Hierop heeft de inspecteur een navorderingsaanslag opgelegd en belastingrente in rekening gebracht. X is van mening dat de heffing van belastingrente in strijd is met het zorgvuldigheidsbeginsel, omdat de inspecteur bij het controleren van de aangifte had kunnen zien dat ten onrechte geen premie-inkomen was aangegeven.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heffing van belastingrente niet in strijd is met het zorgvuldigheidsbeginsel. Nu X in eerste instantie een incorrecte aangifte heeft ingediend, is de heffing van belastingrente niet het gevolg van onzorgvuldig handelen door de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 30fc

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 13 januari

23

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen