Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de heffingsambtenaar pas in de fase van beroep voldoende inzicht heeft gegeven in de kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing en de rioolheffing.

Belanghebbende, X, komt in bezwaar en beroep tegen aanslagen afvalstoffenheffing en rioolheffing van de gemeente Groningen.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de heffingsambtenaar pas in de fase van beroep voldoende inzicht heeft gegeven in de kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. De uitspraken op bezwaar berusten niet op een deugdelijke motivering en daarom is het beroep van X gegrond. Hoewel in beide procedures de opbrengstlimiet ter discussie staat, hebben de zaken niet in hoofdzaak betrekking op hetzelfde onderwerp en is er dus geen reden om de immateriële schadevergoeding wegens termijnoverschrijding te matigen. Dit geldt wel voor de proceskostenvergoeding. Het feit dat X wordt bijgestaan door zijn zoon die tot zijn huishouden behoort, is geen reden om X een proceskostenvergoeding te onthouden. Het beroep van X is gegrond. De rechtsgevolgen van de bestreden aanslagen blijven in stand omdat X in beroep erkend heeft dat de gemeente inmiddels wel voldoende inzicht heeft gegeven in de kostendekkendheid.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet milieubeheer 15.33

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 26 februari

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen