Rechtbank Oost-Brabant verklaart het beroep van X niet-ontvankelijk wegens gebrek aan belang. De eerste legesaanslag waarop de uitspraak op bezwaar betrekking heeft, is al ingetrokken. Tegen de tweede legesaanslag heeft X verzuimd bezwaar te maken. Art. 6:19 Awb is niet van toepassing.

Op 11 oktober 2013 vraagt B bij de gemeente Veghel een omgevingsvergunning aan voor het oprichten van een bedrijfsgebouw en het aanleggen van en inrit. De heffingsambtenaar van de gemeente Veghel legt op 21 januari 2014 in verband met deze aanvraag een aanslag leges op van ruim € 112.000 aan A. Belanghebbende, X, maakt tegen deze aanslag bezwaar. De heffingsambtenaar verklaart het bezwaar van X op 9 april 2014 ongegrond, maar trekt op 17 april 2014 toch de aanslag in om vervolgens op dezelfde dag een aanslag op te leggen aan X. Tegen laatstgenoemde aanslag wordt geen bezwaarschrift ingediend.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart het beroep van X tegen de uitspraak op bezwaar van 9 april 2014 niet-ontvankelijk wegens gebrek aan belang. Omdat de eerste legesaanslag al is ingetrokken, heeft X geen procesbelang meer bij een oordeel van de rechtbank over de rechtmatigheid van die aanslag. Tegen de tweede aanslag, die was gericht aan X, heeft X geen bezwaar gemaakt. Omdat beide legesaanslagen zich richten tot twee te onderscheiden belastingplichtigen kan niet worden gezegd dat de tweede legesaanslag een wijziging of vervanging van de eerdere legesaanslag inhoudt, als bedoeld in art. 6:19 van de Awb. Het door X ingestelde beroep strekt zich daarom niet uit tot de tweede legesaanslag. In die tweede aanslag is derhalve geen procesbelang gelegen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 1:2 en 6:19

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 23 januari

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen