Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de beslistermijn nog niet is verstreken en dat het beroep niet-ontvankelijk is.

Belanghebbende heeft tegen de aanslagen inkomstenbelasting 2017 en 2018 bezwaar aangetekend inzake de box 3-heffing. De relevante rechtsvraag is eerder aangewezen als "massaal bezwaar”. Er is nog geen collectieve uitspraak op bezwaar als belanghebbende beroep instelt wegens het uitblijven van een uitspraak op zijn individuele bezwaarschriften. Op grond van een arrest van de Hoge Raad van 14 juni 2019 heeft de Staatssecretaris van Financiën bij besluit van 19 juli 2019 afwijzend beslist in de massaalbezwaarprocedure tegen de vermogensrendementsheffing, zoals die gold in de jaren tot en met 2016.

Rechtbank Noord-Nederland overweegt dat nog geen collectieve uitspraak is gedaan op de massale bezwaren 2018 en 2019. Er is verder nog beroep, hoger beroep en cassatie mogelijk. Er is dus nog geen onherroepelijk oordeel over de voorliggende rechtsvragen. De beslistermijn van 6 weken die pas daarna ingaat, is dus nog niet verstreken. Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:2

Algemene wet inzake rijksbelastingen 25c

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 2 maart

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen