Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat de waarde van de onroerende zaken op 3 maart 2011 niet minder dan € 18,1 mln bedraagt. De rechtbank hecht daarbij belang aan het taxatierapport van de rijkstaxateur.

Belanghebbende, X, houdt de helft van de aandelen in K bv. Zijn broer houdt de andere helft van de aandelen in K bv. Op 3 maart 2011 draagt K bv de eigendom van een aantal onroerende zaken over aan haar aandeelhouders voor in totaal € 8,7 mln. In 2014 taxeert de rijkstaxateur van de Belastingdienst de onroerende zaken op € 18,1 mln. Naar aanleiding van deze taxatie legt de inspecteur een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting op aan X.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat de waarde van de onroerende zaken op 3 maart 2011 niet minder dan € 18,1 mln bedraagt. De rechtbank hecht daarbij belang aan het taxatierapport van de rijkstaxateur. Verder is van belang dat voor de overdracht van de onroerende zaken vrijwel vaststond dat de onroerende zaken zouden worden verhuurd en dat de huurprijs ook al bekend was. De door X overgelegde taxatierapporten zijn niet bruikbaar omdat daarin geen rekening wordt gehouden met de huurovereenkomst dan wel de juiste te verwachten markthuur. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 52

Wet op belastingen van rechtsverkeer 9

Wet op belastingen van rechtsverkeer 2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 27 augustus

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen