Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur over een nieuw feit beschikt. De inspecteur hoefde het erfbelastingdossier betreffende de nalatenschap van de oma van X niet te onderzoeken.

Belanghebbende, X, is de enige erfgename van A, haar moeder. In de aangifte erfbelasting is niet aangegeven dat A in verband met het overlijden van Q ( de moeder van A) in 2011 een aandeel had in de onverdeelde nalatenschap en recht had op een legaat. De inspecteur legt daarom een navorderingsaanslag erfbelasting op aan X. In geschil is of de inspecteur beschikt over een nieuw feit en of de aanslag te hoog is vastgesteld in verband met de waarde van de certificaten in Z bv.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur over een nieuw feit beschikt. De inspecteur hoefde het erfbelastingdossier betreffende de nalatenschap van de oma van X niet te onderzoeken. Niet aannemelijk is dat in het erfbelastingdossier van A informatie aanwezig was over de nalatenschap van Q. De waarde van de certificaten in Z bv is correct vastgesteld. De rechtbank verwijst daarvoor naar haar uitspraak van 26 maart 2021, nr. 18/2537. De navorderingsaanslag wordt uiteindelijk nog wel verminderd omdat ter zitting wordt overeengekomen dat de verkrijging van X ten gevolge van het overlijden van A € 1,2 mln bedraagt.

Lees ook het thema Navordering

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 21 oktober

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen