Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur terecht rekening heeft gehouden met € 142 aan te verrekenen dividendbelasting. Nergens blijkt uit dat € 147 aan dividendbelasting is ingehouden.

In zijn IB-aangifte 2015 neemt X € 142 aan ingehouden dividendbelasting in aanmerking. De inspecteur houdt hier rekening mee bij het opleggen van de aanslag. X gaat in bezwaar en stelt dat rekening moet worden gehouden met € 147 aan ingehouden dividendbelasting, waardoor de verschuldigde belasting daalt onder de aanslaggrens. Verder stelt X dat de vermogensrendementsheffing in strijd is met het EVRM.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur terecht rekening heeft gehouden met € 142 aan te verrekenen dividendbelasting. Nergens blijkt uit dat € 147 aan dividendbelasting is ingehouden. Onder verwijzing naar de jurisprudentie van de Hoge Raad, wordt het beroep op de strijdigheid van de vermogensrendementsheffing met het EVRM verworpen. Daarbij geldt dat X, voor zover hij stelt dat sprake is van een individuele en buitensporige last, zijn stelling niet heeft onderbouwd en slaagt hij niet in de op hem rustende bewijslast. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 9.4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Dividendbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 21 oktober

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen