Hof Arnhem-Leeuwarden verklaart het hoger beroep van Rijnvarende X niet-ontvankelijk. Het hoger beroep is rechtsgeldig ingetrokken zodat daarop niet meer beslist hoeft te worden. X heeft wel recht op een proceskostenvergoeding.

Belanghebbende, X, woont in Nederland en werkt aan boord van een binnenvaartschip. Voor dit schip is een Rijnvaartverklaring afgegeven. In de periode 1 januari 2013 - 31 augustus 2014 werkt X in dienstbetrekking bij een Luxemburgse werkgever. In geschil is of de inspecteur terecht PVV heeft geheven over deze periode. Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur de verzekerings- en premieplicht van X correct heeft vastgesteld. De rechtbank verwijst daarbij naar de recente jurisprudentie van de Hoge Raad over de verzekeringsplicht van Rijnvarenden. Het gelijk is aan de inspecteur. X gaat in hoger beroep. Zijn gemachtigde stelt daarbij dat X, in verband met de Regeling tijdelijke tegemoetkoming Rijnvarenden, recht heeft op vergoeding van de proceskosten, omdat sprake zal zijn van een tegemoetkoming. De gemachtigde trekt het hoger beroep vervolgens in en verzoekt het hof om de inspecteur te veroordelen in de proceskosten. Enkele dagen later verzoekt de gemachtigde het hof om de brief als niet verzonden te beschouwen.

Hof Arnhem-Leeuwarden verklaart het hoger beroep van X niet-ontvankelijk. Het hoger beroep is rechtsgeldig ingetrokken zodat daarop niet meer beslist hoeft te worden. X heeft wel recht op een proceskostenvergoeding. Dat formalisering van de tegemoetkoming niet plaats zal vinden via een vermindering van de IB-aanslag is niet van belang. Dat de formalisering zal plaatsvinden in de vorm van een afzonderlijk te nemen besluit, neemt niet weg dat gedeeltelijk aan de grieven van X wordt tegemoetgekomen. X had namelijk verrekening van de in Luxemburg ingehouden premies met de in Nederland geheven premie volksverzekeringen bepleit. Een en ander moet volgens het hof worden aangemerkt als een tegemoetkoming door de inspecteur. In totaal heeft X recht op een proceskostenvergoeding van € 3241,50.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Premieheffing, Internationale sociale zekerheid

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 17 maart

12

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen