Hof Amsterdam oordeelt dat X in 2001, 2002 en 2003 een groot aantal klanten beroepsmatig heeft geholpen bij (onder meer) het invullen en indienen van aangiften IB, zodat de inspecteur terecht winst uit onderneming en met btw-belaste omzet in aanmerking heeft genomen.

Belanghebbende, X, geniet een uitkering. Aan X worden aangiftebiljetten uitgereikt, die hij niet indient. In 2003 start de FIOD/ECD een strafrechtelijk onderzoek naar X. In 2005 wordt X strafrechtelijk veroordeeld voor valsheid in geschrifte. Vanaf 1999 had X zich schuldig gemaakt aan het valselijk opmaken van belastingaangiften door niet-bestaande aftrekposten op te voeren in aangiften IB van derden. De inspecteur legt X navorderingsaanslagen IB op over 2001 t/m 2003 en een naheffingsaanslag BTW over 2001. De inspecteur berekent de ontvangsten aan de hand van de diskettes met aangiften die bij huiszoekingen zijn gevonden. Per ingevulde aangifte wordt een bedrag van € 50 als omzet aangehouden. X verzet zich tegen de opgelegde aanslagen en stelt onder meer dat hij kosteloos werk heeft verricht voor allochtonen in Nederland.

Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat X in 2001, 2002 en 2003 een groot aantal klanten beroepsmatig heeft geholpen bij (onder meer) het invullen en indienen van aangiften IB, zodat de inspecteur terecht winst uit onderneming en met BTW belaste omzet in aanmerking heeft genomen. Het hof volgt ook de berekeningen van de inspecteur, uitgezonderd de aanslag over 2002. Het belastbaar inkomen uit werk en woning van € 150.000 wordt bijgesteld naar € 120.905.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.2

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 12 december

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen