Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de gemeente Vlissingen bij het bepalen van het tarief rioolheffing is afgeweken van de comptabiliteitsvoorschriften uit het BBV en dat die afwijking leidt tot overschrijding van de opbrengstlimiet.

Belanghebbende, X, is het niet eens met een aanslag rioolheffing van de gemeente Vlissingen. De gemeente Vlissingen is een zogeheten “artikel 12 gemeente” die vanwege haar financiële situatie aanvullende uitkeringen ontvangt vanuit het gemeentefonds.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de gemeente Vlissingen bij het bepalen van het tarief rioolheffing is afgeweken van de comptabiliteitsvoorschriften uit het BBV en dat die afwijking leidt tot overschrijding van de opbrengstlimiet. In haar begroting 2020 heeft de gemeente bij de rentelasten een bedrag van € 818.000 aan rente in mindering gebracht als ‘correctie bijdrage artikel 12’ bij het project grondexploitatie Scheldekwartier. Gevolg was dat de rentelasten voor andere grondexploitaties en andere taakvelden zoals de riolering hoger uitkwamen. Bij de beoordeling van de jaarrekening heeft de accountant al aangegeven dat deze gang van zaken niet conform het BBV is. In september 2020 is dit vervolgens boekhoudkundig gecorrigeerd in de renteparameter van het Scheldekwartier. De heffingsambtenaar stelt dat de vermindering van € 818.000 heeft plaatsgevonden op advies of aanwijzing van de inspecteur van het gemeentefonds in het kader van een aanvraag voor een aanvullende uitkering. Pas achteraf is de heffingsambtenaar gebleken dat die vermindering in strijd is met het BBV. Dit neemt niet weg dat dit alles bij de rioolheffing leidt tot een partiële onverbindendheid van de verordening. De rechtbank vermindert de aanslag van X met € 9.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 228a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 8 september

17

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen