A is dga van belanghebbende, X bv. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur voor de jaren 2007 en 2008 VPB-navorderingsaanslagen op aan X bv. Uit het boekenonderzoek blijkt namelijk dat X bv met valse facturen van uitzendbureaus heeft gewerkt. De inspecteur heeft daarom boeten van 100% opgelegd. In geschil is of de boeten terecht zijn opgelegd.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het aan opzet van A is te wijten dat de aanslagen te laag zijn vastgesteld, en dat die opzet aan X bv kan worden toegerekend. Het hof overweegt hierbij dat de inspecteur aannemelijk maakt dat de in de administratie van X bv opgenomen facturen van de uitzendbureaus vals zijn, en dat A de valse facturen willens en wetens in de administratie van X heeft opgenomen, zodat hij wist dat de daarop gebaseerde belastingaangiften tot een te laag bedrag zouden worden ingediend. Gelet op de ernst van de gedragingen is een boete van 100% van de nagevorderde belasting passend en geboden. De boeten worden uiteindelijk nog wel gematigd, omdat de beoordeling van de boeten door de rechter niet binnen een redelijke termijn heeft plaatsgevonden. Het hof vermindert de boeten tot 80% van de nagevorderde belasting.
Lees ook het thema Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil.
Wetsartikelen:
Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 27
Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 25
Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 8
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 12 april