Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de afschrijving op basis van de forfaitaire tabel voor de twee jaar oude kampeerauto reëel lijkt ten opzichte van vergelijkbare Nederlandse kampeerauto's. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
De heer X koopt in Duitsland een twee jaar oude kampeerwagen Fiat Adria Ducato Sport A660 SP voor € 42.245 inclusief (Duitse) btw. Volgens zijn aangifte is de verschuldigde BPM € 3681. Dit is berekend conform de afschrijving van een vergelijkbare gesloten bestelauto. De inspecteur stelt dat ten onrechte geen rekening is gehouden met de recreatieve functie van de kampeerauto. In geschil is de naheffingsaanslag van € 2789. Volgens Rechtbank Noord-Nederland verloopt de afschrijving van kampeerauto’s niet gelijk aan die van bestelauto's (zie HR 12 mei 2017, 15/03459, V-N 2017/26.15). De door de inspecteur toegepaste waardedaling 48,336% is gelet op de leeftijd van de auto niet te laag. X gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2019/55.1.3) oordeelt dat de afschrijving op basis van de forfaitaire tabel voor de twee jaar oude kampeerauto reëel lijkt ten opzichte van vergelijkbare Nederlandse kampeerauto's. Een redelijke verdeling van de bewijslast brengt mee dat X vervolgens aannemelijk moet maken dat het geen reële waardevermindering is. Er is geen aanleiding tot het stellen van prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU (zie HR 12 mei 2017, 15/03459, V-N 2017/26.15). Het beroep van X is ongegrond. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 3 juni