Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank het verzoek om herziening op goede gronden heeft afgewezen. De brief van de verzekeraar is geen reden voor herziening.

Belanghebbende, X, is tandarts en ontvangt in 2005 in privé uitkeringen op grond van een arbeidsongeschiktheidsverzekering die hij met een verzekeraar heeft gesloten. Rechtbank Leeuwarden oordeelt dat de uitkeringen bij X belast zijn als periodieke uitkering. X stelt dat de uitkeringen economisch gezien niet aan hem, maar aan Tandzorg toegerekend moeten worden, omdat deze instantie het salaris van X is blijven doorbetalen. Het feit dat Tandzorg het loon van X is blijven doorbetalen, hoewel het daartoe niet verplicht was, ontneemt de uitkeringen volgens de rechtbank echter niet het karakter van periodieke uitkering. X verzoekt op een later moment om herziening van de rechtbankuitspraak op grond van een brief waarin de verzekeraar aangeeft dat het mogelijk zou zijn geweest om de BV van X als verzekeringsnemer aan te merken in plaats van X in privé. Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat deze brief geen reden kan zijn voor herziening. X had reeds voor de uitspraak van de rechtbank redelijkerwijs bekend moeten zijn met het feit dat er een mogelijkheid bestond de tenaamstelling van de polis te wijzigen.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank het verzoek om herziening op goede gronden heeft afgewezen. Het hof voegt aan de overwegingen van de rechtbank nog toe dat de enkele mogelijkheid om de fiscale gevolgen van genoten loon te redresseren met toepassing van het besluit van 5 juli 2001, nr. CPP 2001/599M de rechtbank niet tot een andere beslissing had moeten brengen.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 26 november

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen