De Hoge Raad oordeelt dat de onroerende zaak ten tijde van de levering niet kan worden aangemerkt als een nieuw gebouw. De naheffingsaanslag overdrachtsbelasting blijft in stand.

 

J.J. Komen en Zonen Beheer Heerhugowaard BV koopt in 2004 appartementsrechten op winkelruimten in winkelpassage De Blauwe Steen in Hoorn waaraan sloopwerkzaamheden zijn verricht. Na de aankoop wordt de passage zo ingrijpend verder verbouwd dat - naar tussen partijen niet in geschil is - uiteindelijk een nieuw gebouw ontstaat. De inspecteur is van mening dat de levering is vrijgesteld van btw en legt daarom een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting op aan Komen bv. Hof Amsterdam is het met de inspecteur eens dat de levering is vrijgesteld van btw. Het hof geeft aan dat op het tijdstip van de levering geen sprake was van een nieuw gebouw. De Hoge Raad stelt in zijn arrest van 10 juni 2011 (nr. 08/02791, V-N 2011/32.17) een prejudiciële vraag in deze zaak. Het HvJ EU oordeelt in zijn arrest van 12 juli 2012 (nr. C-326/11, V-N 2012/40.13) dat de levering van een onroerende zaak, die bestaat uit een terrein en een oud gebouw waarvan de vervaardiging tot een nieuw gebouw gaande is, van btw is vrijgesteld. Het HvJ EU acht daarbij van belang dat het oude gebouw op het tijdstip van de levering slechts gedeeltelijk was gesloopt en gedeeltelijk nog in gebruik was.

De Hoge Raad oordeelt dat de onroerende zaak ten tijde van de levering niet kan worden aangemerkt als een nieuw gebouw. De Hoge Raad verwijst hierbij naar het arrest van het HvJ EU. De vrijstelling overdrachtsbelasting is dan niet van toepassing. De naheffingsaanslag overdrachtsbelasting blijft in stand.

 

Lees ook het thema over Onroerend goed: vrijgesteld van btw of toch belast?.

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting, Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Hoge Raad

Editie: 14 januari

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen