Hof Amsterdam oordeelt dat de rechtbank terecht geen proceskostenvergoeding heeft toegekend aan X. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk, omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

X verzoekt om ambtshalve vermindering van aanslagen IB/PVV 2015 en 2016 in verband met specifieke zorgkosten. De inspecteur komt geheel aan het verzoek tegemoet, maar X gaat toch in bezwaar en beroep. X stelt dat hij beroep heeft moeten instellen om duidelijkheid te krijgen over de cijfermatige uitwerking van de verminderingsbeschikkingen en vraagt de rechtbank om een PKV. Hof Amsterdam (V-N Vandaag 2023/898) oordeelt dat de rechtbank terecht geen proceskostenvergoeding heeft toegekend aan X. De rechtbank heeft uitgelegd uit dat de inspecteur de door X geclaimde zorgkosten 1 op 1 heeft overgenomen bij de ambtshalve verminderingen. De rechtbank merkte daarbij op dat de verminderingsbeschikkingen beiden een overzicht bevatten over de hoogte van het belastbaar inkomen uit werk en woning en de daarbij berekende inkomstenbelasting en de toegepaste heffingskortingen. In de uitspraken op bezwaar is verder door de inspecteur de hoogte van het inkomen in 2015 en 2016 vermeld. Daarnaast heeft de inspecteur in de uitspraken op bezwaar cijfermatig uiteengezet hoe na aftrek van de specifieke zorgkosten de belastbare inkomens in box 1 in de jaren 2015 en 2016 tot stand zijn gekomen. Dat is voldoende. Het hof oordeelt dat de rechtbank op goede gronden een juiste beslissing heeft genomen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk, omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 30 januari

Informatiesoort: VN Vandaag

189

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen