Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de crisisheffing voor voetbalclub X in relatieve en absolute zin niet dermate omvangrijk is dat sprake is van een individuele buitensporige last.

Belanghebbende, X, is een voetbalclub in de betaaldvoetbalcompetitie van de KNVB. In geschil is of de inspecteur terecht crisisheffing van X heeft nageheven.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de crisisheffing voor voetbalclub X in relatieve en absolute zin niet dermate omvangrijk is dat sprake is van een individuele buitensporige last. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de crisisheffing (slechts) 1,4% bedraagt van de totale loonsom over 2012. Verder blijkt uit de vpb-aangiften dat X in het boekjaar waarin de crisisheffing is (na)geheven alsmede in het daaraan voorafgaande boekjaar positieve resultaten heeft behaald. Dat de crisisheffing een negatief effect heeft gehad op de bedrijfsvoering en continuïteit van X is niet aannemelijk gemaakt. Van een toezegging van de zijde van de fiscus is geen sprake. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 32bd

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 17 januari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen