Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heer X het bestaan van de dienstbetrekking niet aannemelijk maakt. De enkele overlegging van een jaaropgaaf op blanco papier is onvoldoende.

Belanghebbende, heer X, maakt in zijn IB-aangifte over 2010 melding van ontvangen loon van € 56.191. X claimt met succes verrekening van € 18.818 aan loonheffing die zijn werkgever zou hebben afgedragen. Volgens de inspecteur is de dienstbetrekking echter een verzinsel van X. In zijn IB-aangifte over 2008 zou hij dit ook al eens geprobeerd hebben. In geschil is de IB-navorderingsaanslag en de 50% vergrijpboete.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X het bestaan van de dienstbetrekking niet aannemelijk maakt. De enkele overlegging van een jaaropgaaf op blanco papier is onvoldoende. De verklaring dat hij voor zijn werkgever badkamers in Duitsland zou hebben gebouwd, is op geen enkele wijze onderbouwd. Zo weet X daarvan zich geen enkel adres meer te herinneren. X weet ook niet meer waar de werkgever en zijn boekhouder waren gevestigd. Bovendien duiden de onregelmatige en sterk wisselende contante stortingen op de bankrekening van X ook niet op het bestaan van een dienstbetrekking. Het beroep van X is slechts gegrond, aangezien de inspecteur de aanslag alsnog wil verlagen conform de door X gestelde contante ontvangsten (12 maal € 2.800) en de boete wil matigen tot 40%.

Lees ook het thema Navordering.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 17 januari

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen