Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X in principe is onderworpen aan de Belgische wetgeving. Als de te verwachten duur van de werkzaamheden minder dan 24 maanden bedraagt, en een detacheringsverklaring is afgegeven, is een uitzondering echter mogelijk, zoals in casu.

Belanghebbende, X, houdt de aandelen in B bv. De werkzaamheden die X voor B bv verricht, vinden nagenoeg uitsluitend in België plaats. In een detacheringsverklaring van de SVB wordt verklaard dat X in Nederland premieplichtig is voor de PVV voor de periode 20 oktober 2010 - 31 december 2011. X is het niet eens met de heffing van de PVV in het jaar 2011.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X, op grond van de hoofdregel van VO883/2004 (art. 11), onderworpen is aan de wetgeving van de werkstaat. Op grond van art. 12 VO883/2004 is echter een uitzondering mogelijk als de te verwachten duur van de werkzaamheden minder dan 24 maanden bedraagt. Nu de SVB een detacheringsverklaring heeft afgegeven, is deze bindend voor België en heeft de inspecteur terecht PVV van X geheven.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Premieheffing

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 18 maart

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen