Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X geen recht heeft op de zelfstandigenaftrek. X maakt namelijk niet aannemelijk dat hij de gestelde 1552 uren aan zijn onderneming heeft besteed.

Belanghebbende, X, werkt als financial accountant voor A bv. In 2008 start X een onderneming op het gebied van fiscaal advies en het verzorgen van administraties van kleine ondernemingen. In de jaren 2009 - 2012 realiseert X omzetten tussen de € 500 en € 1450. In zijn IB-aangifte 2011 claimt X de zelfstandigenaftrek. De inspecteur is van mening dat X niet aan het urencriterium voldoet en dan ook geen recht heeft op de zelfstandigenaftrek.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X geen recht heeft op de zelfstandigenaftrek. Volgens het hof maakt X namelijk niet aannemelijk dat hij de gestelde 1552 uren aan zijn onderneming heeft besteed. Het hof vraagt zich daarbij ook nog af of X überhaupt wel IB-ondernemer is. Het hof wijst er op dat X in het geheel geen betrouwbare onderliggende stukken heeft overgelegd die als bewijs kunnen dienen voor het feit dat hij 1552 uren aan zijn onderneming heeft besteed. Ook merkt het hof nog op dat X ter zitting eerder meer twijfel heeft gezaaid over de besteding van het aantal uren dat door hem aan de genoemde activiteiten zou zijn besteed dan dat hij die aannemelijk heeft gemaakt.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.6

Wet inkomstenbelasting 2001 3.76

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 18 maart

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen