Kamerstukken II 2013/14, 33758, nr. 25
De inspecteur corrigeert het belastbaar inkomen 2011 van belanghebbende omdat hij ook een wezenpensioen van zijn in 2006 overleden vader zou hebben genoten. De uitkeringen zijn echter gedaan op het rekeningnummer van de moeder als voogd, ook nadat hij meerderjarig is geworden. Belanghebbende stelt niet op de hoogte te zijn geweest van het wezenpensioen en meent dat zijn moeder hiervoor belast moest worden. Hoewel hij tot medio oktober 2013 stond ingeschreven op het adres van zijn moeder, woont hij sinds 2011 feitelijk bij zijn vriendin. De Staatssecretaris van Financiën wijst op art. 3.146 Wet IB 2001. Uitkeringen van een wezenpensioen worden bij het (wees)kind zelf belast. De wijze waarop het pensioen wordt aangewend, doet daar niets aan af. Van toepassing van de hardheidsclausule kan geen sprake zijn. Belanghebbende voldoet niet aan de voorwaarden van het beleid dat geldt in de situatie dat een wezenpensioen wordt uitbetaald aan een ouder of voogd terwijl de minderjarige wees ergens anders woont. In het jaar 2011 was belanghebbende meerderjarig. De Commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven volgt het standpunt van de staatssecretaris.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 2 april