X maakt op 23 mei 2018 bezwaar tegen de inhouding van loonheffing op zijn ABP-pensioen. Op 23 juli 2018 stelt X de inspecteur in gebreke wegens het niet tijdig beslissen op het bezwaarschrift. De inspecteur wijst het bezwaar op 3 augustus 2018 af en bij beschikking van 8 augustus 2018 wordt het verzoek om een dwangsom toe te kennen ook afgewezen. X maakt bezwaar tegen de afwijzing met betrekking tot de dwangsom. De inspecteur handhaaft de beschikking.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X recht heeft op een dwangsom van € 100. De inspecteur maakt niet aannemelijk dat de uitspraak op bezwaar op 3 augustus 2018 is verzonden. De ambtsedige verklaring van A dat hij de uitspraak op 3 augustus 2018 heeft ondertekend en aangeboden aan de interne postvoorziening is daartoe niet voldoende. Er is niet voldaan aan de voorwaarde van bekendmaking van art. 3:40 en 3:41 lid 1 Awb. Nu niet vaststaat dat de uitspraak op bezwaar binnen de termijn van twee weken is gedaan, heeft X recht op een dwangsom. Nu X in een nader stuk een dwangsom van € 100 claimt en de inspecteur dit niet betwist, kent het hof een dwangsom van € 100 toe.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 4:17
Algemene wet bestuursrecht 3:41
Algemene wet bestuursrecht 3:40
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Invordering, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 10 mei