Belanghebbende, X bv, laat een gemachtigde bezwaar maken tegen de WOZ-waarde van drie kantoorruimten gelegen binnen één kantoorcomplex. De WOZ-beschikkingen van deze panden zijn verenigd op één aanslagbiljet. De gemachtigde dient bij de gemeente Rijssen-Holten drie afzonderlijke bezwaarschriften in. De gemeente besluit de waarde van alle objecten te verlagen. In beroep verschillen partijen van mening over de hoogte van de vergoeding van de kosten van bezwaar. De gemeente beschouwt de zaken als samenhangend en keert één keer de forfaitaire vergoeding van rechtsbijstand (€ 218) uit. X bv betoog dat de gemeente per bezwaarschrift deze vergoeding had moeten toekennen.
Volgens Rechtbank Oost-Nederland is er geen sprake van samenhangende zaken bij een bezwaarschrift, gericht tegen meerdere op één biljet verenigde WOZ-beschikkingen. De rechtbank overweegt dat er sprake is van drie beschikkingen die zien op verschillende kantoorruimten en verschillende waarden. De gronden van de bezwaarschriften komen weliswaar gedeeltelijk met elkaar overeen, maar zijn niet geheel identiek. Hoewel de bezwaarschriften gelijkenis met elkaar vertonen, zijn zij toch dusdanig op het individuele geval toegesneden en verschillen ze dermate van elkaar dat van samenhangende zaken geen sprake kan zijn, aldus de rechtbank die ook nog wijst op het aanzienlijke verschil tussen de WOZ-waarden van de drie objecten. De gemeente had driemaal € 218 moeten vergoeden voor de kosten van rechtsbijstand. Verder oordeelt de rechtbank dat de gemeente ook de kosten van het taxatierapport had moeten vergoeden. De beleidsregels van de gemeente die taxatiekosten uitsluiten van een kostenvergoeding zijn ongeldig. Het beroep van X bv is gegrond.
Wetsartikelen:
Besluit proceskosten bestuursrecht 3-1
Algemene wet bestuursrecht 7:15-2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Zwolle
Editie: 9 april