De bedrijfsactiviteiten van X bestaan uit het in- en verkopen van gebruikte personenauto’s, het demonteren van auto’s en de handel in sloopauto’s. X dient over 2011 tot en met 2014 suppletieaangiften in. Voor de jaren 2012 en 2013 legt de inspecteur naheffingsaanslagen op. Voor 2011 en 2014 verleent de inspecteur ambtshalve teruggaven. X stelt dat één globalisatieregeling kan worden toegepast voor zowel de demontageactiviteiten als de handelsactiviteiten. De inspecteur stemt daarmee in, maar stelt dat dat niet de wijze is waarop X de marge berekent. X gaat in beroep.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant volgt de berekeningswijze van de inspecteur. X heeft verschillende berekeningswijzen gebruikt voor de demontageactiviteiten en de handelsactiviteiten. Bovendien leidt de berekeningswijze voor de handelsactiviteiten tot dubbele vermindering van de heffingsmaatstaf door de wijze waarop inkoopbedragen worden verwerkt. Hierdoor kan de berekeningswijze van X niet worden gevolgd. Doordat X de berekeningswijze van de inspecteur niet betwist wordt deze gevolgd. Het beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 28d
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 7 juni