De Hoge Raad oordeelt – anders dan Hof Arnhem-Leeuwarden en de A-G – dat de gemeente Ommen bij de heffing van forensenbelasting onderscheid mag maken tussen verschillende soorten woningen, namelijk woningen die wel en woningen die niet onderdeel uitmaken van een zogeheten recreatiesamenstel. Het gaat namelijk niet om gelijke gevallen.

X is gebruiker van een gemeubileerde woning in de gemeente Ommen zonder in deze gemeente hoofdverblijf te houden. X is het niet eens met de aanslag forensenbelasting van € 1.025 die de gemeente hem heeft opgelegd, omdat voor vergelijkbare woningen die zijn gelegen op een recreatiepark (recreatiesamenstel) veel lagere tarieven gelden.

De Hoge Raad oordeelt – anders dan Hof Arnhem-Leeuwarden en de A-G – dat de gemeente Ommen bij de heffing van forensenbelasting onderscheid mag maken tussen verschillende soorten woningen, namelijk woningen die wel en woningen die niet onderdeel uitmaken van een zogeheten recreatiesamenstel. Het gaat namelijk niet om gelijke gevallen. De Hoge Raad verwijst naar het arrest van heden met nr. 20/0972, ECLI:NL:HR:2021:648. De Hoge Raad doet de zaak zelf af en vernietigt de uitspraak van het hof en bevestigt de uitspraak van de rechtbank waarin de aanslag in stand werd gelaten. Het cassatieberoep van B&W is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hoge Raad

Editie: 7 juni

Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen