Brief Staatssecretaris van Financiën, 25 april 2014, DB/2014/166
De Staatssecretaris van Financiën heeft een brief aan de Tweede Kamer geschreven over de aftrekbaarheid van buitenlandse boetes. Hij stelt dat het kabinet het onderscheid in behandeling tussen binnenlandse en buitenlandse boetes niet langer wenselijk vindt. Nederlandse ondernemingen moeten zich in elk land aan de regels houden en er mag geen verschil in fiscale behandeling bestaan tussen belastingplichtigen die in Nederland en belastingplichtigen die in het buitenland voor een soortgelijk vergrijp worden beboet. De wet zal daarom moeten worden aangepast. De staatssecretaris is nu van plan de uitsluiting van de aftrek van geldboetes op grond van artikel 3.14 lid 1 onderdeel c Wet IB 2001 uit te breiden tot alle geldboetes. Hij stelt evenwel dat er zich uitzonderlijke gevallen kunnen voordoen waarin in het buitenland geldboetes worden opgelegd voor vergrijpen die het Nederlandse rechtsstelsel niet alleen niet kent maar waarvan de strafbaarheid ook duidelijk strijdig is met de Nederlandse rechtsorde. Ook kan er sprake zijn van een onbehoorlijke rechtspleging. Hij zegt dat in dat soort gevallen bekeken zal worden of op grond van de hardheidsclausule de opgelegde boete dan toch in aftrek mag worden gebracht. Tegemoetkomend beleid hoort ook tot de mogelijkheden. Het desbetreffende wetsvoorstel zal onderdeel uitmaken van het pakket Belastingplan 2015 en op Prinsjesdag naar de Kamer worden verzonden.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 2 mei