X organiseert besloten feesten waarbij de dresscode voor mannen nette kleding en vrouwen lingerie is. Mannen mogen met ontbloot bovenlijf komen mits ze voldoende gespierd zijn. X stelt dat sprake is van een culturele dienst tegen verlaagd tarief. De inspecteur stelt dat mensen niet voor de muziek naar de feesten komen maar om het erotische vermaak en het ontmoeten van andere ruimdenkende mensen. De inspecteur legt naheffingsaanslagen omzetbelasting op over de periode juni 2013 tot en met september 2018. De rechtbank stelt de inspecteur in het gelijk en concludeert dat bezoekers zich niet voor de muziek aan de eisen en dresscode van X zullen onderwerpen. X gaat in hoger beroep.
Hof Den Haag oordeelt dat sprake is van een dienst onder verlaagd tarief. Het geschil draait om met welk oogmerk de bezoekers naar de feesten komen. Het hof oordeelt dat de feesten gelijk zijn aan danceparty’s in het kader van dj’s en het gebruik van licht- en video-effecten. Ook kledingvoorschriften zijn binnen deze branche niet ongebruikelijk. Dat X zich onderscheidt door het erotische karakter doet hieraan geen afbreuk. Het hoger beroep is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 9