De wetgever heeft de forfaitaire rendementen voor sparen en beleggen voor de jaren 2019 en 2020 onjuist vastgesteld. De Belastingdienst heeft de percentages gebruikt bij de berekening van de voorlopige aanslagen 2019 en 2020 en in de systemen voor het opleggen van de aanslagen 2019. Voor zowel 2019 als 2020 zullen alsnog de juiste rendementspercentages in de Wet inkomstenbelasting 2001 worden opgenomen door middel van een ministeriële regeling.

Deze regeling zal zo snel mogelijk worden vastgesteld en gepubliceerd in de Staatscourant en zal deels terugwerken tot en met 1 januari 2019 en deels tot en met 1 januari 2020. De Belastingdienst zal de aangifteprogramma’s voor de aangiftes die nu worden gedaan voor het jaar 2019 op korte termijn aanpassen. Bij de definitieve aanslag 2019 zullen de correcte percentages worden toegepast. Ook de definitieve aanslagen 2020 zullen op basis van de correcte rendementspercentages worden opgelegd.

Voor 2019 is het forfaitaire rendement op beleggen vastgesteld op 5,6% waar het 5,59% had moeten zijn. In 2020 is het forfaitaire rendement op beleggen op 5,33% vastgesteld waar het 5,28% had moet zijn. Het forfaitaire rendement op sparen is in 2019 goed vastgesteld, maar in 2020 op 0,06% waar het 0,07% had moeten zijn.

Volgens de Staatssecretaris van Financiën, Fiscaliteit en Belastingdienst, zijn de gevolgen van de onjuiste forfaitaire rendementen voor belastingplichtigen zeer beperkt. Voor de circa 2 miljoen belastingplichtigen die box 3 betalen en een belast vermogen hebben tot bijna €73.000 gaat het om een bedrag van 1 of 2 euro verschil. Voor mensen met een belast vermogen tot bijna een miljoen euro gaat het gemiddeld om respectievelijk 4 en 18 euro verschil in 2019 en 2020. Voor grote vermogens boven de miljoen euro kan het bedrag oplopen tot een paar honderd euro verschil.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 6 maart

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen