Advocaat-generaal Kokott concludeert dat de plaats van de dienst wordt bepaald aan de hand van de onderliggende rechtsverhouding. Een dubbele BTW-heffing over een en dezelfde handeling door meerdere lidstaten is in strijd met het neutraliteitsbeginsel.

Rechtbank Gelderland oordeelt na verzet dat er geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. Er is geen sprake van een bijzondere omstandigheid. Verzet ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de grond rond de recreatiewoning van belanghebbenden niet als natuurterrein buiten aanmerking blijft bij het bepalen van de WOZ-waarde. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Hof Amsterdam oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op aftrek van een lijfrentestorting nu deze storting niet heeft plaatsgevonden. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat wordt voldaan aan de winstbestemmingseis en dat X bv de zorgvrijstelling kan toepassen. De winstbestemmingseis betreft een statutaire eis waar aan wordt voldaan.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat de vordering ten tijde van de inbreng in X bv waardeloos is. Z bv was op het moment van de overdracht van de vordering reeds een langere periode in verzuim met betrekking tot het betalen van aflossing en rente.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat het betoog van X niet tot vermindering van de verschuldigde BPM kan leiden, omdat de taxateur bij het vaststellen van de handelsinkoopwaarde hiermee al rekening heeft gehouden. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat de geheimhoudingsplicht van art. 67 AWR een uitputtende regeling is die ook van toepassing is op de verstrekking van onder de geheimhoudingsplicht vallende informatie over de verzoeker zelf.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X, die naar Nederland is gekomen vanwege de in 2022 uitgebroken oorlog in Oekraïne, kwalificeert als ingekomen werknemer voor de toepassing van de 30%-regeling.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de erfgename als rechtsopvolgster van haar moeder gerechtigd is de bezwaar- en beroepsprocedure voort te zetten.

Hof ’s-Hertogenbosch onderschrijft het oordeel van Rechtbank Zeeland-West-Brabant dat de beroepen van X niet-ontvankelijk zijn. X valt onder de massaalbezwaarprocedure inzake box 3 en heeft niet om een individuele uitspraak op bezwaar gevraagd.

Hof Amsterdam oordeelt dat het door X cv ingediende ingebrekestellingsformulier niet voldoende duidelijk een ingebrekestelling betreft wegens het niet-tijdig doen van een uitspraak op bezwaar over de kostenbeschikking. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).