X verzoekt Rechtbank Den Haag hem een schadevergoeding toe te kennen. X stelt dat de inspecteur onrechtmatig gehandeld heeft door zijn papieren aangiftebiljet niet in behandeling te nemen, zijn verzoeken tot het uitreiken van het juiste elektronische biljet niet te honoreren en vervolgens een ambtshalve aanslag op te leggen zonder acht te slaan op de papieren aangifte. Verder heeft de inspecteur te traag gehandeld, aldus X.
Hof Den Haag oordeelt dat het handelen van de inspecteur bij de aanslagregeling geen reden is om X een schadevergoeding toe kennen. De rechtbank oordeelde dat een schadevergoeding alleen bij een gegrond beroep aan de orde is en dat daarvan hier geen sprake is (art. 8:73 Awb). Het hof sluit zich hierbij aan. Wellicht is de aanslagregeling niet met de gebruikelijke voortvarendheid en soepelheid verlopen en is de communicatie hier en daar enigszins gebrekkig geweest, het gedrag van de inspecteur is geen aanleiding voor een schadevergoeding. De stellingen van X zijn volstrekt overdreven en opgeklopt en volledig uit het verband getrokken en geven blijk van weinig realiteitszin. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:73
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 6 oktober