Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat woningeigenaar X niet met een beroep op het gelijkheidsbeginsel een geringere stijging van de WOZ-waarde kan afdwingen.

X is eigenaar van een recreatiewoning in de gemeente Terschelling. X beroept zich in hoger beroep uitsluitend op het gelijkheidsbeginsel. Hij stelt dat zijn woning sinds de bouw in 2015 met 25,3% in waarde is gestegen en dat deze stijging veel hoger is dan de gemiddelde stijging van de WOZ-waarde van de andere recreatiewoningen.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat woningeigenaar X niet met een beroep op het gelijkheidsbeginsel een geringere stijging van de WOZ-waarde kan afdwingen. Het hof verwerpt het beroep op de meerderheidsregel omdat de 154 recreatiewoningen waarmee X vergelijkt niet identiek zijn. Nu geen sprake is van identieke woningen, en dus niet van gelijke gevallen, kan het beroep van X op de meerderheidsregel niet slagen. Gesteld noch gebleken is dat sprake is van ongelijke behandeling waaraan begunstigend beleid van de heffingsambtenaar of een begunstigend oogmerk ten grondslag lag.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 6 oktober

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen