Hof Arnhem-Gelderland oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat geen derde bereid zou zijn geweest deze leningen onder deze omstandigheden en voorwaarden aan BV B te verstrekken. Aftrek van een negatief TBS-resultaat wordt niet gehonoreerd.
X is voor 100% aandeelhouder en enig bestuurder van BV A, die enig aandeelhouder en bestuurder is van BV B. In oktober 2013 verklaart BV B in een schuldbekentenis aan de Belastingdienst in de periode 2009 t/m 2012 renteloos geld geleend te hebben van X en zijn echtgenote. BV B wordt in december 2013 failliet verklaard. X neemt het door hem en zijn echtgenote verstrekte bedrag van € 140.980 in zijn aangifte IB/PVV 2015 in aanmerking als negatief resultaat uit het ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen aan een vennootschap waarin een aanmerkelijk belang wordt gehouden.
Hof Arnhem-Gelderland oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat geen derde bereid zou zijn geweest deze leningen onder deze omstandigheden en voorwaarden aan BV B te verstrekken. Er is een te lage rente afgesproken, er was geen verplichting om de rente te betalen maar slechts een belofte van BV B dit te doen indien mogelijk, er was geen aflossingsschema overeengekomen en er waren geen zekerheden gesteld. Er is sprake van onzakelijke leningen. De aftrek van een negatief TBS-resultaat wordt niet gehonoreerd.
Lees ook het thema De terbeschikkingstellingsregelingen.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.92
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 19 september