De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat hebben nieuwe regels vastgesteld over de wijze waarop provincies, gemeenten en waterschappen het vermogen en de kosten van bestaan van belastingschuldigen kunnen vaststellen.

De uitkomsten van deze berekeningen worden vervolgens weer gebruikt om vast te kunnen stellen of een belastingschuldige recht heeft op kwijtschelding van belastingen van de provincie, gemeente of het waterschap.

Directe aanleiding voor deze regeling vormt de wens vanuit de Tweede Kamer om de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen (Stcrt. 1996, 98) zo aan te passen, dat AOW-gerechtigden die qua inkomen recht hebben op kwijtschelding van gemeentelijke belastingen, dit recht niet verspelen door het hebben van een kleine vermogensbuffer. In deze regeling wordt geregeld dat de provincie, gemeente of het waterschap de mogelijkheid krijgt om de vermogensnorm die bij de kwijtschelding van belastingen geldt, te verhogen. Voor echtgenoten kan de vermogensnorm met maximaal € 2000 worden verhoogd. Voor alleenstaanden bedraagt de verhoging 75% van de verhoging die de provincie, gemeente of het waterschap voor echtgenoten heeft geregeld. Voor alleenstaande ouders bedraagt de verhoging 90% van de gekozen verhoging voor echtgenoten.

De regeling treedt in werking per 17 september 2022 en wel met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2022. De internetconsultatie is opgenomen in V-N 2022/11.15.

Wetsartikelen:

Waterschapswet 144

Gemeentewet 225

Provinciewet 232e

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering, Belastingen van lagere overheden

Regelgevende instantie: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Editie: 19 september

24

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen