ZZolang niet vaststaat dat recht bestaat op een schadevergoeding maakt de vordering geen deel uit van de rendementsgrondslag van box 3. Dit wijzigt op het moment dat recht bestaat op een schadevergoeding. Dit antwoordt staatssecretaris Snel van Financiën op Kamervragen van het lid Nijboer (PvdA) over de fiscale behandeling van compensatie van schade door aardbevingen.
Tot het moment waarop de omvang van het recht op schadevergoeding vaststaat, heeft een dergelijke vordering in de praktijk weinig of geen waarde. Als de omvang van het recht op schadevergoeding is vastgesteld, staat de waarde van de vordering vast en maakt daarmee deel uit van box 3. De stelling dat belastingplichtige vermogensrendementsheffing verschuldigd is terwijl volstrekt onduidelijk is of recht bestaat op een vergoeding dan wel recht bestaat op een vergoeding maar de hoogte van de vergoeding onduidelijk is, berust op een misvatting.
Volgens de staatssecretaris lijkt een situatie dat mogelijk belasting betaald moet worden terwijl nog geen vergoeding is overgemaakt, zich in de praktijk nagenoeg niet voor te doen. De staatssecretaris overweegt niet om een specifiek fiscaal beleidsbesluit te nemen (V-N 2018/23.14).