Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de verhuur van ruimten in een woning aan een gelieerde vennootschap geen economische activiteit oplevert. X is dan geen btw-ondernemer en heeft geen recht op aftrek van de voorbelasting.

K houdt de aandelen in Z bv. Z bv houdt de aandelen in A bv. K en L geven in 2010 gezamenlijk opdracht tot de bouw van een woning. K en L sluiten op 11 oktober 2010 een huurovereenkomst met A bv voor de verhuur van een deel van de woning als bedrijfsruimte. Het betreft een ontvangstruimte/spreekruimte op de begane grond en een werkruimte en berging op de zolder. Op 15 oktober 2010 wordt hun samenwerkingsverband (belanghebbende, maatschap X) als btw-ondernemer ingeschreven. X verzoekt om teruggaaf van de btw. De inspecteur is van mening dat X geen recht heeft op de teruggaaf omdat zij niet als btw-ondernemer kwalificeert.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de verhuur van de ruimten in de woning niet een economische activiteit oplevert. De rechtbank overweegt hierbij dat de huuropbrengst, door de gelieerdheid tussen X en A bv, niet is aan te merken als duurzame opbrengst en dat de verhuur geen reële betekenis heeft in het economische verkeer. X kan volgens de rechtbank dan niet als btw-ondernemer worden aangemerkt. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 7

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 8 november

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen