De Belastingdienst heeft documenten openbaar gemaakt over project Montenegro. Dit project uit 2017 ging over buitenlandse vermogens die buiten het beeld van de fiscus zijn gebracht. Onder deze documenten bevindt zich een plan van aanpak van de Belastingdienst.

De Kennisgroep successiewet heeft een vraag beantwoord over de waardering van de overbedelingsschuld van de langstlevende partner bij diens overlijden in het geval een woning onderdeel uitmaakte van de nalatenschap van de eerst overleden partner.

De Kennisgroep successiewet heeft een standpunt gepubliceerd over de vraag of een schenking onder schuldigerkenning (papieren schenking) ook kwalificeert als een schenking des doods als de hoofdsom niet alleen opeisbaar is bij overlijden, maar ook bij opname in een verzorgingstehuis. Een dergelijke vangnetbepaling maakt niet dat er geen sprake is van een schenking des doods.

Hof Den Haag oordeelt dat het heffingsrecht van Nederland over het ab-inkomen van X niet wordt beperkt door het Verdrag NL - VAE. Het Verdrag NL - VAE is namelijk niet van toepassing omdat X noch inwoner van Nederland is, noch van de VAE.

Hof Den Haag oordeelt dat stichting A kwalificeert als APV. Uit de correspondentie tussen moeder en zoon blijkt dat het vermogen in A is bedoeld voor de zoon. Verder is X steeds als bestuurder bij A betrokken geweest.

Rechtbank Overijssel oordeelt dat X zich schuldig heeft gemaakt aan belastingfraude door zijn adviseur voor drie jaren onjuiste aangiften te laten doen. Het is niet vereist dat daadwerkelijk te weinig belasting is geheven en dat het OM ook geen nadeelberekening heeft gemaakt.

Hof Amsterdam oordeelt, in navolging van Rechtbank Amsterdam, dat de grote stijging van het tarief van de precariobelasting niet leidt tot een onverbindende verordening.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag IB/PVV op de juiste wijze bekend is gemaakt. Zodoende is het bezwaar te laat en daarmee de niet-ontvankelijkverklaring door de inspecteur terecht. X verschijnt niet bij de zitting en kan niet instemmen met het overslaan van de bezwaarfase (prorogatie).

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de betwisting van de ontvangst van de naheffingsaanslag ongeloofwaardig is, omdat gemachtigde hier een gebruik van maakt.

Hof Amsterdam oordeelt in navolging van de rechtbank dat de inspecteur terecht de aftrek voor specifieke zorgkosten weigert. X kan geen specifieke zorgkosten aftrekken als deze enkel met stelposten zijn onderbouwd. Ook krijgt X geen immateriële schadevergoeding wegens termijnoverschrijding vanwege voorwenden van de hoofdzaak.

A-G Wattel is van mening dat de volmacht van de gemachtigde niet toereikend is om alleen over de griffierechtvergoeding te procederen. De inspecteur heeft de fout van het hof inmiddels hersteld door aanvullend € 93 te betalen, zodat het cassatieberoep niet-ontvankelijk is. Art. 19a Wet BPM 1992 geldt voor alle BPM-procedures “gestart naar aanleiding van een voldoening op aangifte”, dus juist ook als het geschil alleen (nog) maar gaat over de proceskostenvergoeding en het griffierecht.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X geen recht heeft op een proceskostenvergoeding in verband met het ingetrokken beroep, omdat niet is tegemoetgekomen aan haar beroep. De aanmaningskosten zijn terecht opgelegd.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat de geheimhoudingsplicht van art. 67 AWR een uitputtende regeling is die ook van toepassing is op de verstrekking van onder de geheimhoudingsplicht vallende informatie over de verzoeker zelf.