Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag IB/PVV op de juiste wijze bekend is gemaakt. Zodoende is het bezwaar te laat en daarmee de niet-ontvankelijkverklaring door de inspecteur terecht. X verschijnt niet bij de zitting en kan niet instemmen met het overslaan van de bezwaarfase (prorogatie).
X is enkele jaren woonachtig in Duitsland en doet in die periode aangifte IB/PVV 2013. Daaruit volgt een aanslag IB/PVV 2013 met een te betalen bedrag die de inspecteur verzendt naar het adres in Duitsland. Nadat het te betalen bedrag op deze aanslag wordt verrekend met een teruggaaf komt X te laat in bezwaar. De inspecteur verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk en wijst het verzoek om ambtshalve vermindering af. X komt in beroep tegen de niet-ontvankelijkverklaring en de ambtshalve beslissing. X verschijnt niet ter zitting, terwijl de inspecteur op zijn initiatief instemt met beroep tegen de ambtshalve beslissing zonder voorafgaand bezwaar (prorogatie).
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag IB/PVV op de juiste wijze bekend is gemaakt. Zodoende is het bezwaar te laat en daarmee de niet-ontvankelijkverklaring door de inspecteur terecht. X verschijnt niet bij de zitting en kan niet instemmen met prorogatie. Voor inhoudelijke behandeling van de ambtshalve beslissing van de inspecteur is geen plaats. Beroep daartegen is daarom niet-ontvankelijk.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:1a
Algemene wet bestuursrecht 3:41
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Editie: 9 augustus
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant