Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur ondanks overschrijding van de uitspraaktermijn geen dwangsom verbeurt. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

X maakt bezwaar tegen een aanslag IB/PVV 2017. De inspecteur ontvangt het bezwaar op 20 november 2018. Op 4 juli 2019 ontvangt de inspecteur van X een ingebrekestelling wegens niet tijdige besluitvorming. Op 17 juli 2019 beslist de inspecteur alsnog op het bezwaar. Bij beschikking van 16 juli 2019 had de inspecteur al bepaald dat hij geen dwangsom wegens niet tijdig beslissen verschuldigd is. Alleen nog in geschil is of X recht heeft op een dwangsom.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2021/2184) oordeelt dat de inspecteur ondanks overschrijding van de uitspraaktermijn geen dwangsom verbeurt. Een dwangsom is pas verschuldigd als het bestuursorgaan na ontvangst van een ingebrekestelling niet binnen twee weken beslist op bezwaar. Na ontvangst van de ingebrekestelling heeft de inspecteur wel tijdig gehandeld. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 4:17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 4 mei

14

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen