X claimt over 2012 vergeefs giftenaftrek aan een ANBI-stichting. In de bezwaarfase overlegt X bankafschriften, waarna de aftrek alsnog wordt verleend. Later blijkt de penningmeester van de stichting op grote schaal te hebben gefraudeerd met valse giftkwitanties. In geschil is of aan X terecht een navorderingsaanslag en een 75% vergrijpboete is opgelegd. Rechtbank Den Haag vernietigt de boete. X gaat in hoger beroep.
Hof Den Haag oordeelt dat X met zijn twee giftkwitanties, de bankafschriften en de daarop vermelde geldopnamen niet aannemelijk maakt dat daadwerkelijk contante giften aan de instelling zijn gedaan. De contante opnamen sporen onder meer in de tijd niet met de vermeende giften en X heeft geen ander schriftelijk bewijs bijgebracht. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.39
Wet inkomstenbelasting 2001 6.32