Aan de hand van zijn in de uitspraken van 18 mei 2022 opgenomen stappenplan, oordeelt Hof 's-Hertogenbosch dat de aan X opgelegde aanslag niet te hoog is vastgesteld.

X woont in Duitsland en geniet, naast zijn AOW-uitkering, pensioenuitkeringen. In zijn IB-aangifte claimt hij een aftrek wegens negatieve inkomsten uit eigen woning. De inspecteur volgt de aangifte niet en brengt enkele correcties aan, onder andere met betrekking tot de afgetrokken hypotheekrente. X is het daar niet mee eens. Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van X ongegrond.

Aan de hand van zijn in de uitspraken van 18 mei 2022 (20/00549, V-N 2022/41.1.3) opgenomen stappenplan, oordeelt Hof 's-Hertogenbosch dat de aan X opgelegde aanslag niet te hoog is vastgesteld. De conclusie is uiteindelijk dat de tegemoetkoming wordt begrensd door de belastingheffing die een ingezetene in Nederland verschuldigd zou zijn in overigens vergelijkbare omstandigheden als X. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 7.8

Wet inkomstenbelasting 2001 3.120

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht

Editie: 28 augustus

Informatiesoort: VN Vandaag

465

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen