Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de in 2004 gerealiseerde verkoopwinst van € 200.000 twijfel wekt aan het bewijsvermoeden dat mevrouw X in 2010 en 2011 niet-aangegeven inkomen moet hebben genoten om in haar levensonderhoud te kunnen voorzien. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, mevrouw X, verkoopt in 2004 een woning om een belastingschuld te voldoen. Na voldoening van de schuld resteert een voordeel van circa € 200.000. X heeft voor 2006, 2007, 2008 en 2009 geen IB-aangiften ingediend, zodat verzuimboetes zijn opgelegd. X en haar echtgenoot huren van 1 september 2011 tot 1 september 2012 een kasteel in België voor € 1.500 per maand. In geschil zijn de IB-aanslagen over 2010, 2011, 2012 en 2013, alsmede de verzuimboete van € 2.460 voor 2010. Volgens de inspecteur heeft X niet-aangegeven inkomsten genoten. Rechtbank Gelderland oordeelt dat voor 2010 en 2011 het vermoeden is gerechtvaardigd dat X inkomen heeft genoten tot bijstandsniveau (€ 9.690), dat X dit vermoeden niet heeft ontzenuwd en dat daaraan het bewijs mag worden ontleend dat de inkomenscorrecties terecht zijn. X gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden (MK II, 3 januari 2018, 16/00296 t/m 16/00300, 16/01075 en 16/01076, V-N Vandaag 2018/138) oordeelt dat de verkoopwinst van € 200.000 twijfel wekt aan het bewijsvermoeden dat X inkomen moet hebben genoten om in haar levensonderhoud te kunnen voorzien. De inkomenscorrecties kunnen dus slechts stand houden als de inspecteur het bewijs daarvoor op een andere wijze levert. Hij slaagt hierin alleen met betrekking tot een niet door X betwiste pensioenuitkering van € 1.390 in 2011. De aanslag over 2012 is inmiddels zodanig verlaagd dat X geen belang meer heeft bij het onderhavige beroep. Voor 2013 wordt geoordeeld dat aftrek van advocaatkosten ter verwerving of behoud van inkomen niet mogelijk is (zie HR 10 augustus 2007, nr. 41.000, V-N 2007/38.1). De verzuimboete van € 2.460 is terecht omdat sprake is van een stelselmatig verzuim (par. 21 lid 6 BBBB). Het beroep van X is deels gegrond.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 12 juli

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen