Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffing per auto moet worden beoordeeld. Het is dus niet mogelijk om de – volgens de inspecteur – meer verschuldigde BPM bij een andere auto in aanmerking te nemen.

X doet BPM-aangifte voor zestien schade-auto’s. De aangifte is onderbouwd met taxatierapporten en er is in totaal € 14.433 aan BPM voldaan. Naar aanleiding van een hertaxatie door DRZ is in geschil of terecht een naheffingsaanslag van € 17.828 is opgelegd. De inspecteur beroept zich onder meer op interne compensatie.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffing per auto moet worden beoordeeld. Het is dus niet mogelijk om de – volgens de inspecteur – meer verschuldigde BPM bij een andere auto in aanmerking te nemen. X maakt niet aannemelijk dat de koerslijst van Autobiz slechts uit btw-auto’s bestaat. Er kunnen daarom geen marge-correcties worden toegepast. De foto's in de taxatierapporten zijn voorts te onduidelijk om vast te stellen of sprake is van meer dan normale gebruikssporen aan de lak. De aanslag wordt verlaagd tot € 16.172 en wegens het overschrijden van de redelijke termijn krijgt X een immateriële schadevergoeding van € 1500.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 20

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 20 mei

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen