Hof Amsterdam oordeelt anders dan de rechtbank dat X na de vernietiging van de naheffingsaanslag parkeerbelasting geen recht heeft op een kostenvergoeding.

Belanghebbende, X, parkeert zijn auto op 21 maart 2014 op een parkeerplaats in de gemeente Amsterdam. X voert abusievelijk een verkeerd kenteken in, waardoor er een naheffingsaanslag parkeerbelasting is opgelegd. In bezwaar vernietigt de heffingsambtenaar deze naheffingsaanslag, maar weigert hij X de gevraagde kostenvergoeding. Rechtbank Amsterdam oordeelt dat X wel recht heeft op een kostenvergoeding.

Hof Amsterdam oordeelt anders dan de rechtbank dat X na de vernietiging van de naheffingsaanslag parkeerbelasting geen recht heeft op een kostenvergoeding. Naar het oordeel van het hof is de naheffingsaanslag niet herroepen vanwege aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid. Het ten onrechte opleggen van een naheffingsaanslag is te wijten aan X. Het hoger beroep van de heffingsambtenaar is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:15-2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 6 april

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen