X is het niet eens met de WOZ-waarde 2014 van zijn vrijstaande woning in de gemeente Waalwijk. De gemeente heeft de waarde bepaald op € 487.000. Tijdens een hoorzitting vraagt X om bekendmaking van de grondstaffels. De heffingsambtenaar wijst dit verzoek in de uitspraak op bezwaar af. X gaat in beroep en Rechtbank Zeeland-West-Brabant verlaagt de WOZ-waarde naar € 480.000.
Hof 's-Hertogenbosch beslist dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde aannemelijk heeft gemaakt, maar kent wel een proceskostenvergoeding toe voor de beroeps- en hoger beroepsfase, omdat de heffingsambtenaar pas in hoger beroep de grondstaffel heeft willen verstrekken. De heffingsambtenaar is op grond van de artikelen 40 Wet WOZ en 7:4 Awb verplicht om dit gegeven desgevraagd te verstrekken (Hof 's-Hertogenbosch 10 februari 2017, nr. 15/01429, Belastingblad 2017/200). Door de weigerachtige houding van de heffingsambtenaar heeft X tot in hoger beroep moeten doorprocederen om een gefundeerd oordeel te krijgen over de waarde. Dit is reden om X een vergoeding toe te kennen voor de kosten van beroep en hoger beroep. Voor een vergoeding van de kosten van bezwaar is geen reden.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 40
Wet waardering onroerende zaken 17
Algemene wet bestuursrecht 7:4
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 21 juni