De Hoge Raad oordeelt dat X bv alsnog twee tot drie maanden de tijd had moeten worden geboden bewijs te leveren dat de handeling regelmatig was of bewijs te leveren van de plaats waar de onregelmatigheid daadwerkelijk werd begaan.

X bv is een stuwadoorsmaatschappij en verleent laad- en losdiensten aan zeeschepen, onder meer voor wat betreft de logistieke afhandeling van alcoholhoudende produkten. X bv beschikt daartoe over een vergunning voor een accijnsgoederenplaats (AGP). Vanuit deze AGP zijn in 2005 alcoholhoudende produkten verzonden naar Glasgow (Verenigd Koninkrijk). X bv ontvangt de terugzendingsformulieren terug, doch de douanestempels en handtekeningen daarop zijn volgens de inspecteur vals. In geschil is de in 2007 aan X bv opgelegde naheffingsaanslag accijns. Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat niet kan worden vastgesteld in welk land de vervalsing heeft plaatsgevonden en dit wordt daarom geacht Nederland te zijn. Hof 's-Gravenhage oordeelt dat X bv geruime tijd in de gelegenheid is geweest zelf onderzoek te doen naar de zendingen en daarmee de naheffing had kunnen voorkomen. X bv gaat in cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat X bv niet naar behoren tijd is geboden bewijs te leveren dat de handeling regelmatig was of bewijs te leveren van de plaats waar de onregelmatigheid daadwerkelijk werd begaan. Uit de uitspraak van het hof en de stukken van het geding blijkt namelijk dat het tijdsverloop tussen de datum waarop X bv het controlerapport ontving en de datum waarop de aanslag werd vastgesteld, slechts vijf weken heeft bedragen. De inspecteur had X bv conform de bedoeling van de richtlijngever alsnog een termijn van twee tot drie maanden moeten gunnen om het hiervoor bedoelde bewijs te leveren. Dit brengt mee dat de Inspecteur op het moment waarop hij de aanslag oplegde, daartoe nog niet bevoegd was. Het beroep van X bv is gegrond.

Wetsartikelen:

Wet op de accijns 86a lid 4

Wet op de accijns 51

Wet op de accijns 2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Accijns en verbruiksbelastingen

Instantie: Hoge Raad

Editie: 13 september

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen