De Hoge Raad overweegt dat het hof terecht het aanbod van X om zelf onder ede een verklaring af te leggen, heeft gepasseerd. De Awb noch de AWR geeft een voorziening die het horen van één van de partijen als getuige mogelijk maakt.  

X voert onder zijn eigen naam het zelfstandige beroep van belastingadviseur uit. In hoger beroep voor Hof Amsterdam is onder meer in geschil of X voldoet aan het urencriterium voor toepassing van de zelfstandigenaftrek, over de jaren 2001 tot en met 2004. Hof Amsterdam overweegt dat X niet voldoet aan het urencriterium voor toepassing van de zelfstandigenaftrek. Ter zitting heeft X het aanbod gedaan om zelf onder ede te verklaren dat hij wel aan het urencriterium heeft voldaan. Het hof heeft dit aanbod gepasseerd omdat in een belastingprocedure voor een partijverklaring onder ede geen plaats is. X' hoger beroep moet op dit punt worden verworpen. Voor zover de inspecteur heeft gesteld dat er sprake is van winstverschuiving, slaagt X' hoger beroep. X komt in cassatie. De Hoge Raad overweegt dat het hof terecht het aanbod van X om zelf onder ede een verklaring af te leggen, heeft gepasseerd. De Awb noch de AWR geeft een voorziening die het horen van één van de partijen als getuige mogelijk maakt. Er bestaat geen aanleiding om zonder daartoe strekkende wettelijke bepaling aan te nemen dat een partij in belastingzaken als getuige kan worden gehoord (vgl. HR 17 juni 1992, nr. 27048, BNB 1992/295, en HR 21 maart 2001, nr. 35680, ECLI:NL:HR:2001:AB0632, BNB 2001/178). De klachten kunnen ook voor het overige niet tot cassatie leiden. Het cassatieberoep is ongegrond.  

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.76

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 9 augustus

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen