Belanghebbende, X bv, exploiteert een transportbedrijf, gespecialiseerd in bijzonder transport. In 2010 - 2011 volgen elf werknemers van X bv een basisberoepsopleiding op MBO-2-niveau. X bv claimt in haar LB-aangiften de vermindering afdracht onderwijs. De inspecteur is echter van mening dat X geen recht heeft op de afdrachtvermindering, omdat er in feite sprake is van een verplichte nascholingscursus voor de zogenoemde Code 95 op het rijbewijs. Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv recht heeft op de afdrachtvermindering onderwijs. De rechtbank overweegt daarbij dat het feit dat het opleidingstraject voor X bv op maat is gemaakt en een aangepast programma bevat, niet noodzakelijkerwijs met zich brengt dat er geen sprake kan zijn van een opleiding die is opgenomen in het Creboregister. Vervolgens stelt de rechtbank vast dat X bv aannemelijk maakt dat de werknemers feitelijk alle onderdelen van het lesprogramma hebben gevolgd en de beroepsopleiding met een diploma hebben afgerond. Het gelijk is aan X bv.
Hof Den Haag is van oordeel dat X bv niet aannemelijk maakt dat de werknemers de beroepspraktijkvorming, zijnde onderricht in de praktijk van het beroep, behorend bij de beroepsbegeleidende leerweg van de opleiding Chauffeur goederenvervoer, hebben gevolgd. Dat de werknemers niet het voorgeschreven traject hebben gevolgd, maar een op maat gemaakt, aangepast programma, brengt het hof niet tot een ander oordeel. Volgens het hof maakt X bv niet aannemelijk dat de werknemers de bij het verkorte opleidingsprogramma behorende 640 uur beroepspraktijkvorming daadwerkelijk hebben genoten. Dit geldt volgens het hof eveneens voor de 1800 uur aan praktijkvorming. X bv heeft geen recht op toepassing van de afdrachtvermindering onderwijs. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen 14