Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de hoorplicht niet is geschonden, omdat X bv en haar gemachtigde tijdens een gepland hoorgesprek expliciet hebben geweigerd om het dossier in te kijken en aansluitend de bezwaren te bespreken.

X bv exporteert een Audi A8 naar Polen. De registratie van het Nederlandse kenteken is op 8 september 2016 beëindigd en de auto is aldaar op 3 januari 2017 geregistreerd. In verband met de export doet X bv op 17 januari 2017 een BPM-teruggaafverzoek. Volgens de inspecteur had het verzoek binnen dertien weken na het beëindigen van de tenaamstelling in Nederland moeten zijn ingediend. In geschil is of verzoek daarom terecht niet-ontvankelijk is verklaard. Rechtbank Gelderland stelt de inspecteur in het gelijk. X bv stelt in hoger beroep dat de hoorplicht in de bezwaarfase is geschonden.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de hoorplicht niet is geschonden, omdat X bv en haar gemachtigde tijdens een gepland hoorgesprek expliciet hebben geweigerd om het dossier in te kijken en aansluitend de bezwaren te bespreken. Het EU-verdedigingsbeginsel is daarom niet geschonden. Het staat de Nederlandse wetgever volgens vaste rechtspraak van het HvJ EU vrij om een fatale termijn voor te (doen) schrijven. De termijn van dertien weken is lang genoeg om de teruggaaf te effectueren en voldoet daarmee aan het EU-doeltreffendheidsbeginsel. Het beroep van X bv is ook voor het overige ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 4:7

Uitvoeringsbesluit belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 4a

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 14a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 7 juli

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen